vrijdag 15 februari 2008

Cape Foulwind en de Westcoast


Vanaf Mottueka gaat een mooie rustige route naar Westport, de toegang tot de Westcoast.


De Westcoast heeft volgens iedereen die we daarover spreken maar 100 regenvrije dagen per jaar. Misschien hebben wij geluk, want het weer blijft prima.
Minder goed hebben wij de planning naar Westport gemaakt, want de dag nadat wij aankomen, is er de jaarlijkse Buller-Westport marathon, waardoor alles wat maar op een accommodatie lijkt, volgeboekt is. Maar ja, weet dat maar eens.
Maar onze tent kan op de tentsite nog wel staan. Vlak bij Cape Foulwind. En dat is ons doel: de pelsrobben-kolonie bij Cape Foulwind (ook weer een naam van Cook).

Omdat we daar zo dichtbij kamperen, gaan we de eerste dag al even kijken bij de pelsrobben en vermaken ons om de capriolen en het geluid van deze zeedieren. We kunnen er niet erg dicht bij komen, maar ook van een afstandje is het leuk.


De volgende morgen is het licht anders, het tij hoger en zijn er veel meer robben op de rotsen.
Moeders zogen de jongen en anderen zijn met van alles bezig. of doen gewoon even niets.


Ondertusen hebben we ook kennis gemaakt met een unieke vogel, de Weka, die alleen in sommige delen van Nieuw-Zeeland voorkomt. Onder andere dus in dit deel van het land.
De Weka is een mix van een eend, (hij kan zwemmen) een kip en een Kiwi. De Weka eet ongeveer alles wat eetbaar is, begrijpen we. (waarschijnlijk dus "dangerous").
Sommige mensen die niet goed kijken, denken zelfs dat de Weka een Kiwi is. Enfin, een rare vogel dus. Volgens ons is de Weka nogal kippig (dus meer kip?): als je stil zit, komt hij, hoewel schuw, op je af lopen.
De Weka komt hier vaker voor dan we dachten. We roepen zelfs op een gegeven moment: "Ga weg domme kip!" als er weer een de weg over wilde steken.



Na de pelsrobben, rijden we verder langs de kust, passeren veel goudzoeker-gebieden en bekijken de Pancake rocks bij Punakaiki.
Behalve raar, zijn deze rotsen nu ook leuk door de blowholes, veroorzaakt door de golven. Imposant qua geweld en geluid.




We overnachten in Greymouth, een belangrijke plaats begrijpen we.

De volgende dag rijden we naar Shantytown, een soort openlucht-dorp uit de goudzoekers-tijd, compleet met een stoomtrein en een heleboel gedoe. Maar wel leuk.
En je kunt er rare dingen doen (leve de zelfontspanner!).

En je kunt er ook goud gaan zoeken, wat wij aan de Chinezen overlaten. Maar die krijgen dan ook een paar echte, uitgezeefde goudkorreltjes mee.

Het is wat regenachtig. We nemen een cabin in Hohkitika, dat ongeveer leeft van de jade-industrie lijkt het wel. Dit is in elk geval het centrum van de "groensteen"-industrie.
Als het donker is geworden, gaan we naar de enige (of de grootste) glimwormen-kolonie die in de openlucht leeft (de meeste glimwormen leven in grotten), slechts 5 minuten lopen van onze cabin af.
Op de tast proberen we in het stikdonker (zaklamp vergeten) niet van het pad af te raken en staan wat later naar een soort kerstverlichting te kijken. Maar dat is geen kerstverlichtig, dat zijn de glimwormen! Ze leven hier onder een overhangende rots. Heel apart om deze glimwormenlichtjes te zien. Maar hoe die glimwormen er nu zelf uitzien, blijft een raadsel.
De volgende dag rijden we naar het nogal vergeten, maar mooie meer Lake Kaniere, waar we een mooie waterval (Dorothy falls) passeren.
Vervolgens naar de Hokitika gorge, die ook wel mooi is, maar waar we opgevreten worden door de zandvliegen. We blijven daar maar kort.
We gaan naar Harihari en daarna naar de beroemde Glaciers. Daar op het ijs zullen de zandvliegen wel wegblijven, verwachten we.

dinsdag 12 februari 2008

Zuidereiland! (Abel Tasman)

Sorry voor de eerste versie van dit deel; de internetgelegenheid sloot nogal plotseling. "They are all farmers jou know?"
Maar nu het zuidereiland dus. En als eerste het Abel Tasman National Park.

In Eketahuna vinden we een camping met een erg goedkope cabin. Waar we dan ook graag gebruik van maken. We blijven zelfs 2 dagen, omdat we niet eerder met de boot mee kunnen.
Als we naar Wellington rijden, komt de zon op achter de heuvels.

Het is het nog steeds stralend weer, maar gaandeweg wordt het bewolkter en in Wellington regent het.
We maken van de gelegenheid gebruik om het Te Papa -museum te bezoeken, wat het mooiste museum van Nieuw-Zeeland genoemd wordt. Een uur is daarvoor te kort, maar de boot wacht niet.

Na ruim 3,5 uur zijn we via de Charlotte Sound, in Picton. De regen, die tijdens de vaart in Strait Cook is gestopt, begint weer even.
In Havelock, vinden we een erg goed motel.


De volgende dag rijden we in prachtig weer, naar Nelson, waar we wat van de sfeer en het eten proeven.

Vervolgens gaan we naar Motueka, waar we, na enige overweging, omdat het nogal waait, een cabin nemen.
Wel een mooie gelegenheid om de Malborough Sound een beetje te verkennen. We rijden nog 40 km om naar Okiwi Bay, wat wel mooi ligt, maar verder niets voor stelt.

Maar door deze omweg komen we wel weer langs een oud pioniershuisje, wat weer erg leuk is.


Abel Tasman National Park is ons doel.
Abel Tasman was een Groninger uit Grijpskerk, waardoor het net is of we hier thuis zijn.

We boeken een paar transfers met een boot, die ons af zal zetten op de Coast Walk van het Abel Tasman Park.
Het is niet helemaal duidelijk wat er gaat gebeuren, maar we worden ergens lang de kust afgezet, lopen een uur of vier en zullen weer op een afgesproken plaats (Torrent Bay) worden opgepikt. Zoiets.
Dat lijkt spannend. Dat is het ook, en de zon schijnt.
Na een mooie tocht, vanaf het plaatsje Kaiterieri, langs de Split Apple (symbool van het Abel Tasman Park), vele baaien en een pelsrobben-kolonie en stappen we over op een bootje, dat ons naar het uitgestorven strand van Onetahuti brengt.



We mogen ons nu zelf gaan verplaatsen.

Het is twaalf uur. Het is naar Torrent Bay vier uur lopen. Om vijf uur worden we weer opgepikt.
In Bark Bay eten we wat en genieten van de rust en de zee. Tezamen met een groepje aalscholvers.


Verder weer door bos en soms langs de kust.
Ruim op tijd zijn we bij Torrent Bay. Door het toch nog hoge tij, moeten we omlopen, of door de baai. Met onbekende waterdiepte. Omlopen dan maar.

Tegen vijf uur komt een bootje naar het brede strand. Door het lage water had het moeite om dichterbij te komen, dus moeten wij door het water.

Welkom aan boord van de Isis.
Isis is een van de watertaxi's, die we wel eens langs zien varen. We krijgen een zwemvest om en instructies wat te doen bij een calamiteit. En vervolgens scheurt de boot met grote snelheid over het water. Bij hele hoge golven hield de boot wat in, maar evengoed waren de klappen op het water hard. Wel een ervaring!

Al snel zijn we aan de wal.
We eten fish en chips bij de cabin en genieten van de zon.
De volgende wandeling zal, is het plan, vanaf Torrent Bay naar Marahau gaan.
In Marahau worden we met een bootje naar zee gevaren, waar we een ontmoeting hebben met "de grote boot". Daar stappen we in over, wat een hele onderneming is zo op zee.


In plaats van Torrent Bay laten we ons afzetten op het strand van Anchorage Bay, waarvan het bijna jammer is om weg te gaan.


Maar ook de wandeling laat mooie uitzichten op de baaien en de zee zien.

Na bijna 4 uur wandelen besluiten we een baai te bezoeken om wat te zitten en misschien wat te zwemmen.
Een drietal Canadese ganzen komt naar ons toe zwemmen.


Wij genieten nog wat na van de zon.
Morgen zakken we af naar Greymouth.