vrijdag 22 februari 2008

Haast

Even vooraf: Dit Blog is blijkbaar populair aan het worden. In elk geval bij lieden die we liever niet een reactie laten geven. Daar is qua moderatie wel wat aan te doen, maar dat werpt weer drempels op voor jullie. En dat willen we niet.
Ons advies: open niets (klik nergens op een link) van vreemde bezoekers en laat ze links (of rechts) liggen. Geniet mee van de reis, want dat is de bedoeling.
En nu weer verder met de reis.

We gaan dit keer verder over de beroemde Haast-pass.
De Haast pass is beroemd, vanwege de woeste en mooie natuur, waar deze pas door- en langs loopt. Daardoor (en door het slechte weer)heeft de aanleg 10 jaar geduurd. Ook een reden om beroemd te zijn.

We verlaten Watharoa en rijden naar het zuiden.
Het is een mooie route, met soms verrassende zaken zoals een particulier Maori-kerkhof, ergens midden in niemandsland, bijna honderd zeerobben (wel wat ver weg) op het strand van Knights Point, een koppel Wood-Pigeons (NZ Houtduiven, soms zeldzaam, maar soms blijkbaar minder zeldzaam) die iets uit een boom snoepen, een groot gebied met grote Kahikathea bomen langs de weg en een verrassende wandeling langs de Ship Creek.
Sprookjesachtig en onwerkelijk lijkt dit gebied soms. Een Tomtit verwelkomt ons.


Daarna nog een stukje over het strand wandelen, waar de meest fantastische boom-beelden liggen. Origineel uit de natuur!
Het is dan ook al vrij laat als we, na de passage over de lange brug (enkel baans!) over de Haast River, bij Haast aankomen. Haast bestaat eigenlijk uit een paar eetgelegenheden, een paar motels en twintig huizen.

Hier en in de omgeving is alles wat een bed heeft, volgeboekt. Omdat er regen voorspeld wordt, is het opzetten van de tent niet het eerste waar we aan denken.
Maar er is in de verre omtrek niets beschikbaar. Mount Aspring National Park is een gewild gebied blijkbaar. En het is piek seizoen wordt gezegd. Maar dat geloven we niet zo.
Omdat in dit gebied geen GSM-verbinding mogelijk is (te ver van de gewone wereld af), is iemand van een motel zo vriendelijk voor ons naar Makaroa te bellen. Makaroa bestaat, zo zien we later, uit een café, een restaurant, een benzinepomp met erg dure (voor NZ-begrippen) benzine en er is een camping. Makaroa ligt ongeveer tussen Haast en Wanaka(een wat grotere plaats) in. In Makaroa is nog een cabin voor ons vrij. Een uur rijden verder, over de Haast Pass (slechts 564 meter hoog), die bekend staat als indrukwekkend, met veel watervallen, grote en woeste stromen. En indrukwekkende bergwanden. Maar de wolken hangen laag en soms regent het licht, maar ook dan is de omgeving nog mooi. (Om misverstanden te voorkomen: de foto's zijn een dag later gemaakt.)


De cabin is niet verkeerd.

En inderdaad regent het die nacht en niet zo weinig ook.
Maar gelukkig klaart het na zonsopkomst als snel weer op en schijnt wat later de zon.
De vogels doen zich tegoed aan bessen. Vooral de eerder genoemde Nieuw-Zeelandse houtduif.

Na weer een nacht regen en opklaringen in de ochtend, rijden we verder zuidwaard langs mooie en grote meren, naar Wanaka.
De nacht was koud, waardoor er op de bergen en heuvels een flinke laag sneeuw ligt. Mooi gezicht, nu het opklaart.
In Wanaka genieten we van de zon. We staan bij een meer, wat altijd mooie plaatjes oplevert.


En omdat het weer beter wordt lopen we de Diamond Lake Track, wat de schapen niet goed snappen, maar wat wel weer mooie uitzichten oplevert.




We zakken verder af naar het zuiden. We passeren een oud hotel (nog echt in werking), met een mooie tuin en versierde cappuccino en rijden over de hoogste geasfalteerde pas (vanaf 1975 geasfalteerd en 1167 meter hoog) van NZ.


Het landschap is afwisselend. Soms ruw, dan weer lieflijk.

In Queenstown varen we een stukje op het zeer heldere meer met een echte oude stoomboot en overnachten in Kingston.
Daar blijkt een stoomtrein nog steeds een verbinding met een naburige plaats te onderhouden. Stoom is toch altijd leuk.

En verder zien we natuurlijk schapen. Veel schapen.

En koeien.

We zijn bijna in Fiordland.

Nu nog beslissen of we Milford of Doubtfull gaan doen.

dinsdag 19 februari 2008

Herons en Glaciers

De bekendste gletsjers in NZ zijn de Franz Josef Glacier en de Fox Glacier.
Ze zijn bijzonder, omdat je ongeveer op zeeniveau de gletsjers hebt en het regenwoud.

De zon komt in HariHari over de hevels en de nevels op. Mooi weer vandaag, terwijl er gisteravond nog een buitje viel.

We komen niet ver vandaag. Al na 30 km besluiten we in Whataroa dat we de White Herons wel willen zien. Hier is namelijk de enige plek waar ze in Nieuw-Zeeland broeden. En het broedseizoen is nog niet voorbij. Er mogen maximaal 12 personen per keer naar de kolonie. Om 11 uur vertrekken. Wij drinken intussen een kopje koffie.
Het bezoek aan de kolonie is een serieuze aangelegenheid: we worden eerst met een busje zo'n 14 km weggebracht, daarna stappen we in een jet-boot en lopen daarna een stukje naar het uitkijkpunt.
De jet-boot is een ervaring! We varen over een smalle rivier, wat op zich al de nodige toeren veroorzaakt. In het water liggende boomstammen en kiezelbanken schieten met grote snelheid langs. Soms moet de boot een paar keer zo'n bocht maken, dat we denken: "dat lukt niet!" Wel dus. De bestuurder doet het tenslotte niet voor het eerst.

Bij de kolonie, die vlak bij zee ligt, gaan we langzamer varen en draaien we een ander watertje op, omzoomd door bos.

Dit bos bestaat voornamelijk uit native woud (inlandse bomen), gedomineerd door reusachtige Kahikathea bomen, die wel 60 meter hoog kunnen worden. Deze bomen groeien vooral in moerasachtige gebieden. Iedere boom is een leefgemeenschap op zich. Het is heel bijzonder om te zien wat er allemaal aan en op zo'n boom groeit: mossen, varens en soms zelfs weer een boom. En dan de vogels natuurlijk.


Behalve de White Heron, de grootste zilverreiger, zien we ook lepelaars, aalscholvers en een paar ijsvogels.




Als een zilverreiger z'n jong (meestal is er maar een jong per nest) gaat voeren, is dat een heel spektakel van krijsen en vleugelgeklapper.
De buurjongen bekijken het geheel aandachtig en hopen (onterecht) ook op een hapje.

De Aalscholvers bekijken het weer van een andere kant.

Op de terugweg schemeren de besneeuwde toppen in de verte.


We willen dat dichterbij bekijken en rijden naar Franz Josef. Daar begint de tocht naar de gletsjer, maar verder dan de voet van de gletsjer gaan we niet. Daarbij gooit de bewolking hier wat roet (nu ja, wolken) in het eten. Morgen zien we wel verder en de gletsjer wellicht beter.


We blijven vannacht in Whataroa.
We hadden de volgende dag op mooi weer gehoopt, maar de lucht trekt gaandeweg dicht.
Niet zo vreemd als je bedenkt dat Franz en Fox zich verzekerd weten van 165 resp. 178 dagen per jaar dat het regent.
In Fox Glacier (kortweg Fox genoemd) informeren we of er wel gevlogen wordt met dit weer. "Jazeker! Als je wat hoger komt, is het stralend weer! Zeker weten!".
We besluiten de eerdere boeking door te zetten, maar dan wat eerder als dat kan. Dat kan. Sterker nog: we mogen nu nog wat meer (langer en verder) vliegen ook.
Om half twaalf worden we met een busje weggebracht en om kwart voor twaalf stijgen we op.

Boven de weilanden en het bos regent het, maar als we de gletsjer naderen is het droog en zijn de wolken verdwenen. De piloot ( Bryan) vertelt (we hebben toch allemaal een koptelefoon op) waar we vliegen en wat we zien. Indrukwekkende toppen en prachtige ijsvelden. We denken terug aan toen we zelf een dergelijke gletsjer op gingen. Te voet. Dat is toch veel intenser, maar dat duurde dan ook een paar dagen voordat we zo hoog waren. Hoewel deze ervaring ook bijzonder is.

Nadat we langs Mount Cook en Mount Tasman zijn gevlogen, zet de piloot de helikopter op het ijs. We mogen er uit. Foto's maken dus. Wij worden ook door de piloot op de plaat gezet (hoewel dit weer onze eigen foto is). De foto van de piloot mogen we kopen. Daar staat dan wel zijn handtekening op!




Terug vliegen we over de ijsmassa van de Fox-clacier en zijn verrassend snel weer beneden. De vlucht heeft z'n 40 minuten geduurd.

De piloot overhandigt als we uitstappen, de foto's in een mapje met zijn handtekening. Het lijkt wel toveren. Hij lacht wat als we vragen hoe hij dat heeft gedaan.
In Fox is het intussen gaan regenen. Nogal een contrast met zo'n 3000 m hoger!

We eten wat en rijden naar het zuiden, richting Mount Aspring National Park.